Groep mensen in een achtbaan met veiligheidsbeugels omlaag, met  lachende of gespannen gezichten.

Zoals zovelen lag ik de afgelopen weken plat met de griep. Alsof dat nog niet genoeg was, kreeg ik er ook een keelontsteking bovenop. Niet echt handig als je een podcast wil opnemen – mijn stem was compleet verdwenen. Voor mijn gezin leverde dat ineens een hele rustige versie van mezelf op. Mijn man zorgde lief voor me met kopjes thee en honing. Langzaam maar zeker kwam mijn stem terug, al klonk hij anders dan anders. Zwoel, noemde iemand het. Hoge tonen? Die klonken eerder als een verdwaalde saxofoon.

Net op tijd voor een bijzonder uitje: het 50-jarig huwelijk van mijn schoonouders. We vierden het in De Efteling. Mijn tieners zaten me al weken in de haren of ik met hen mee zou gaan in de achtbanen. Daar had ik eigenlijk weinig zin in. Mijn tegenargument? “Ik verlies m’n ogen!” Maar dat werd resoluut van tafel geveegd. “Als je een emmer water snel ronddraait, valt er ook geen water uit als ‘ie op z’n kop is.” Tja… goed punt.

Ik moest denken aan het gesprek dat ik eerder had met Tamara, een powervrouw in een rolstoel. Zij ging op onderzoek in Walibi: welke attracties zijn nog toegankelijk? Ze durfde álles. Met grote oren luisterde ik naar haar avonturen, terwijl ik met mijn handen voor mijn gezicht zat – ik zag het helemaal voor me. Ze was zelfs in een achtbaan met loopings en kurkentrekkers gegaan. Heldhaftig, dat vond ik het.

In De Efteling hadden we het heerlijk. En ja hoor, ik liet me overhalen voor een ritje in de Vogelrok. Vroeger, toen ik nog kon zien, vond ik het idee van een achtbaan in het donker doodeng. Nu – blind – vond ik het vooral spannend en stiekem heel leuk. En toen, aangemoedigd door Tamara’s lef, stapte ik in de Python.

Terwijl we omhoog werden getakeld, dacht ik alleen maar: waar ben ik aan begonnen? Mijn buik kriebelde, mijn lijf trilde. Maar wauw… ik heb het toch gedaan! We doken keihard naar beneden, vlogen door twee loopings en twee kurkentrekkers. Ik gilde alsof mijn leven ervan afhing – niet ideaal voor mijn half herstelde keel, maar ik kon het niet tegenhouden. Trillerig en shakerig stapte ik uit.

Mijn dochter keek me aan: “Regenboogoog check, gewoon saai oog check. Ze zitten er nog in.” Ze stuurde direct een appje naar haar vriendinnen: “Mijn blinde moeder is gewoon in de Python geweest.” Mijn tieners vonden me stoer. Super Blindje had het weer geflikt – een geuzennaam die ik ooit kreeg van mijn zoon.

Een paar jaar geleden zou ik niet eens overwogen hebben mee te gaan. Ik was bang dat ik mijn angst op de kinderen zou projecteren. Maar nu ze ouder zijn, lachen ze me er gewoon om uit – en terecht. Het was zo waardevol om dit samen te beleven, om herinneringen te maken. Dit was echt zo’n dag die bijblijft.

En toen… ook nog maar mee in Joris en de Draak. Ik had gehoord dat houten achtbanen nogal schudden, en dat klopte. Zelfs in de wachtrij voor mensen met een beperking moesten we even geduld hebben. Maar we werden beloond: het achterste karretje. Het snelste. En ik? Ik gilde het hardst.

Mijn man? Die maakt het allemaal niet zoveel uit – of ik nou wel of niet in die achtbaan stap. Maar ik merkte dat hij het leuk vond. Hij genoot, wij genoten. En ik? Ik was trots. Op mezelf. Op ons.

Foto van Marjolein van den Broek

Marjolein schrijft elke maand over haar ervaringen rondom rinclusieve uitjes en thuisjes. Daarnaast schrijft ze over avonturen die ze meemaakt tijdens het opnemen van de podcast ‘Leef je uit!’

Bekijk alle blogs van Marjolein

Deel dit bericht

fpfm.link/XCZE